'Onderzoeken wat zo vanzelfsprekend lijkt' - ervaringen uit de leernetwerken

Hoe inzichtelijk is het om een kijkje in de keuken te nemen van een andere professional. Wat doe jij, wat doe ik, wat doen we anders?” Geestelijk verzorger Marianne Merkx was samen met ambulant begeleider Rowan van Drunen van 2021 tot en met 2023 lid van het leernetwerk Zin zien in de zorg. Hierin wisselden hulpverleners en onderzoekers ervaringen uit over de rol van zingeving bij de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking die zelfstandig in de wijk wonen. “Door kennis te delen konden we een crisis met een cliënt voorkomen.”

Door: Yvette Nelen, december 2023

Rowan van Drunen is Makker bij Stichting Prisma in Waalwijk. Hij geeft ambulante hulp aan mensen met een verstandelijke beperking die zelfstandig in de wijk wonen. Zo helpt hij hen bij het organiseren van hun huishouden, het plannen van de dag of het zoeken naar een passende werkplek. Juist in die dagelijkse praktijk komen er regelmatig vragen voorbij die te maken hebben met zingeving. En niet altijd wist hij als hulpverlener hoe hij hier het beste een gesprek over kon voeren. “Zo was er een cliënt heel erg zoekende naar zijn geloofsovertuiging. Wat is geloof? Wat past er bij mij? Ik voel me geen specialist als het om dat soort vragen gaat.”

Precies deze casus werd besproken in het leernetwerk Zin zien in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Een (wijkend) perspectief. In dit leernetwerk wisselden medewerkers van zorgorganisatie Prisma, eerstelijns zorgmedewerkers van het hospice in Waalwijk, geestelijk verzorgers van het Centrum voor Levensvragen Oost-Brabant en onderzoekers van de Universiteit voor Humanistiek, ervaringen met elkaar uit om deze kwetsbare groep betere zorg te kunnen bieden rondom zingeving. Rowan vervolgt: “In dit geval is een geestelijk verzorger uit het leernetwerk vijf gesprekken gaan voeren met de cliënt. Die heeft hem toen heel goed op weg kunnen helpen. Hij kreeg meer richting. Hierna kon de hulpverlener van Makker de cliënt helpen om hier concreet invulling aan te geven.”

Afstemmen
Marianne Merkx was een van de geestelijk verzorgers in het leernetwerk. “Het was in het begin wel even zoeken, hoor", vertelt ze. “Eerst leer je elkaar kennen: twee onderzoekers, twee geestelijk verzorgers thuis, een geestelijk verzorger/theoloog vanuit de instelling, twee Makkers en twee medewerkers van het hospice in Waalwijk. Dat zijn al vier verschillende beroepen bij elkaar, vijf verschillende contexten, vier verschillende belangen. En dan waren we onderling ook nog verschillend. Voor Rowan was geestelijke verzorging nieuw. Doordat we in het begin dieper ingingen op de casus met een geloofsvraag dacht Rowan dat voor ons zingeving hetzelfde was als religie.”

Rowan van Drunen
Rowan van Drunen, Makker bij Stichting Prisma

Rowan: “Terwijl zingeving voor mij heel breed is. In de maatschappij leven veel vragen rondom zingeving bij mensen die niet direct bij de kerk betrokken zijn. Hoe geef ik zin aan mijn dag? Precies dat triggerde mij om mee te doen aan het leernetwerk. Ik wilde graag weten: Als ik dadelijk met een cliënt te maken krijg die een vraag hierover heeft, wat kan ik dan het beste doen, welke weg kan ik dan het beste bewandelen? Wat kan er dan wel en wat niet?”

Marianne vervolgt: “Voor ons als geestelijk verzorgers is het vanzelfsprekend dat zingeving breder is dan alleen geloof, maar we spraken dat niet meteen uit, we gingen eerst dieper in op de casus. Dat alleen al was leerzaam: dat je er niet van uit kunt gaan dat je elkaar meteen verstaat. Dat je dus heel goed steeds afstemt. Het woord afstemmen, dat mag in de titel van dit interview, want volgens mij hebben we het daar steeds over gehad. Afstemmen met de cliënt, onderling afstemmen, afstemmen met de organisatie waar je uit komt, afstemmen met je eigen bron, afstemmen met het netwerk van de cliënt.”

Meerwaarde

Juist door heel precies dit soort vanzelfsprekendheden uit te spreken en te onderzoeken, ontdekten de deelnemers aan het leernetwerk elkaars meerwaarde. Marianne: "Rowan heeft als ambulant begeleider een heel andere toegang tot de cliënt. Soms is dat een voordeel en soms een nadeel.” Rowan: “Ik kom wekelijks bij een client thuis en heb de kans om te werken aan een vertrouwensband. Daardoor is het makkelijker voor mij om een zingevingsvraag te signaleren.”

Hij vervolgt: “In de huidige subsidieregeling kan een geestelijk verzorger een beperkt aantal gesprekken inplannen. Terwijl je soms na die paar gesprekken net de vraag op tafel hebt. Wij kunnen als hulpverlener voorbereidend werk doen. Als er maar een paar uur ingezet kan worden, kunnen wij signaleren wat de vraag is, en kan de geestelijk verzorger die vraag sneller en concreter oppakken.” Marianne: “Soms is het juist ook weer een voordeel dat je als geestelijk verzorger de context niet kent. Dan kun je helemaal fris beginnen en naïeve vragen stellen. Dat kun je niet meer doen als je ergens al jaren komt.”

Overdragen
Marianne en Rowan ontdekten hoe ze elkaar in de hulpverlening konden aanvullen doordat ze elkaar hadden leren kennen en wisten te vinden. Marianne: “Ik sprak een cliënt die nog niet bekend stond als iemand met een ontwikkelingsachterstand of lichte verstandelijke beperking, maar wel als iemand met een ingewikkelde problematiek waar het wijkteam een beetje op vast was gelopen. Bij mij ging hij praten en uiteindelijk durfde hij het ook aan om hulp te vragen bij Makker waar ik hem naar had doorverwezen. Bij aanvang van ons contact vond de jongen het verschrikkelijk dat ik hem vertelde dat ik maar een tijdje met hem zou optrekken. Hij wilde eigenlijk direct afhaken. Maar ik zei ‘Ik laat je niet zomaar los, we zoeken samen naar iemand die verder met je op pad kan.’ Dat je weet aan wie je het overdraagt en dat cliënten door kunnen met het gestarte proces, dat heeft zoveel meerwaarde.”

Rowan: “Ik had bijvoorbeeld een cliënt die terminaal ziek was. Hij was licht verstandelijk beperkt, en in de setting waarin hij altijd geleefd had kon hij net aan zijn broek ophouden. Maar hij wist wel dat zijn einde nabij was. Ik begeleidde hem al een tijdje, en hij zei steeds: ‘Ik wil niet naar een hospice’. Terwijl je eigenlijk wist dat dit toch stond te gebeuren omdat hij weinig familie om zich heen had om op terug te vallen. In de Kenniswerkplaats heb ik geleerd welke stappen ik kon zetten om deze meneer voor te bereiden op iets wat toch onvermijdelijk was. Ik leerde hoe ik hem kon helpen zonder hem het gevoel te geven dat hij de regie verloor. Dat kon doordat er mensen van het hospice bij waren, en doordat ik leerde van geestelijk verzorgers hoe ik het beste met hem het gesprek aan kon gaan. Door op tijd oog te hebben voor zingeving en elkaars kennis te delen, konden we een crisis met deze meneer voorkomen.”

Marianne: “Doorverwijzen naar elkaar klinkt eenvoudig, maar in de praktijk blijkt dat toch ingewikkeld. In het netwerk van de Kenniswerkplaats konden we elkaars praktijken onderzoeken. Het liefste zouden we bestendigen wat we van elkaar leerden, maar hoe organiseer je dat? De luxe om op dezelfde manier met elkaar te praten en elkaar te vinden, is er niet. Ook liepen we aan tegen de leeftijdsgrens van de subsidieregeling voor geestelijke verzorging thuis. Wat te doen met mensen jonger dan 50 jaar? Juist in die doelgroep heeft Makker een groot aantal cliënten.”

Marianne Merkx
Marianne Merkx, geestelijk verzorger

Schuivende panelen
Eén van de ambities van het leernetwerk was om iets van een format te ontwikkelen voor toekomstige duurzame samenwerking. Toch is het daar nog te vroeg voor. Want als ze iets ontdekten, was het ook dat alle verschillende praktijken van hulpverlening voortdurend in beweging zijn. Marianne: “We hebben nog niet veel kunnen verzilveren. Twee jaar is erg kort. Je moet het zo zien: zowel bij het hospice, als bij de gemeente, als bij het Centrum voor Levensvragen, als bij Prisma is er van alles in ontwikkeling en in beweging. Je bent op allerlei schuivende panelen bezig. Je moet elkaar ook echt opzoeken om werkelijk af te kunnen stemmen. Beleid verandert steeds. Iedere keer als we elkaar zagen na een tijdje, was de situatie op de verschillende werkplekken weer helemaal anders.”

Rowan: “Je bent zó afhankelijk van beleidsbepalers. Over vier jaar kan het zo weer helemaal anders zijn. Dat maakt het roerig. Ook voor de gemeente zelf. In ‘Wmo-land’ (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) is veel aan de hand.”

Avontuur
Tegelijk doet dit gesprek hen ook beseffen dat ze wel degelijk iets bereikt hebben. Rowan: “Ik had weinig zicht op geestelijke verzorging. Dat heeft het me gebracht. Juist die vraag ‘Wie ben ik en wat wil ik met mijn leven?’ kan aan allerlei problematiek voorafgaan. Ik wil hier graag mee door. Misschien dat we iets kunnen betekenen in De Kazerne Waalwijk, een initiatief van de gemeente Waalwijk om zorgverleners bij elkaar te brengen in één gebouw. Daar zitten nog geen geestelijk verzorgers.”

Marianne: “Dat onze samenwerking een format zou opleveren, dat is niet uitgekomen. Maar ja, een format is niet nodig. Elke casus is weer anders. Het leernetwerk levert dus iets anders op dan we aanvankelijk dachten. Dat voelt niet vervelend. We zijn op avontuur gegaan met elkaar. Hoe weldadig is het om een kijkje in de keuken te nemen van een andere professional. Zicht te hebben op de expertise van de ander. Wat doe jij, wat doe ik, wat doen we anders? Dat maakt je bewuster. We hebben er vertrouwen in dat hier een vervolg op komt. Dat is een goed gevoel. We zijn net begonnen.”

 

 

Rowan van Drunen is ambulant hulpverlener bij Prisma, een instelling voor zorgverlening aan mensen met een verstandelijke beperking.

Marianne Merkx is geestelijk verzorger, verbonden aan Centrum voor Levensvragen Midden en Oost Brabant. Eerder werkte ze als geestelijk verzorger in diverse zorgorganisaties.

<  Terug

Contactgegevens

Wil je meer weten of heb je een opmerking?
Neem contact met ons op via:

info@kenniswerkplaatszingeving.nl

 

 

Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door: